Een project van Femke IJlstra, Tsead Bruinja en Mirka Farabegoli
Stofzuigerzangers / Stofsûgersjongers
Op 19 april 2010 stuurde saxofoniste Femke IJlstra (onder meer bekend van het Syrène Saxofoonkwartet) een mailtje aan dichter Tsead Bruinja of hij wellicht er iets voor voelde om samen te gaan werken aan een nieuw project met poëzie en moderne klassieke muziek, waarbij de weemoed naar het gedeelde Friese verleden een belangrijke rol zou spelen.
Bruinja schreef een gedicht over een buurvrouw die tijdens het stofzuigen van de nette voorkamer, met op de achtergrond de Arbeidsvitaminen, goed in de gaten hield wie er allemaal voorbij kwam en zo kreeg het project de Friese titel Stofsûgersjongers / Stofzuigerzangers.
Het duo IJlstra en Bruinja werd daarna al snel uitgebreid met beeldend kunstenaar Mirka Farabegoli, voor wie Bruinja eerder nieuw werk schreef bij haar eerste expositie, deels te bekijken en na te lezen op http://www.tseadbruinja.nl/galery26.htm.
Samen werken zij op dit moment aan een boek met gedichten van Bruinja in het Fries met Nederlandse vertaling, illustraties van Farabegoli en een cd van Femke IJlstra met als thema ‘thuiskomen’, waarbij men zowel aan het thuiskomen nu als aan het thuiskomen in de geboortestreek zou kunnen denken.
Het boek zal verschijnen bij de Friese uitgeverij Afûk en de cd, die in het boek wordt geplaatst, bij Skarster Music.
Daarnaast komt er een theaterprogramma met muziek, beeld en poëzie dat langs kerkjes, galeries en theaters zal reizen.
Hieronder alvast wat materiaal van de drie kunstenaars om u een idee te geven van wat u kunt verwachten.
Femke IJlstra – Mark-Anthony Turnage/ Two Memorials
© Mirka Farabegoli
BÊD
de nammen dy’tst brûkst
foar it iten it bestek en it servys op tafel
binne net de earste nammen
dy’t ik learde foar iten bestek en servys
en ast my oanrekkest rekkest soms
in hiel oar part fan my oan
dan wêr’t myn suske
my knypte at ik har narre hie
of wêr’t ús mem my krekt
wat better wosk
wy sliepe yn itselde bêd
mar dines is koarter
en mines klinkt mear
as is mekkerjen fan in geit
jim heit en mem
jim pakes en beppes
se hjitte oars
se ha dy noait oankrûpt
in tút jûn
of in stryk om `e kop
mei in rûch waskhantsje
wy libje yn deselde wrâld
ik krûp dy oan
jou dy in tút
foar dy dingen brûkst no
deselde nammen
dyn bêd en tuten
wurde alle jierren
langer
BED
de namen die je gebruikt
voor het eten het bestek en het servies op tafel
zijn niet de eerste namen
die ik leerde voor eten bestek en servies
en wanneer je me aanraakt raak je soms
een heel ander deel van me aan
dan waar mijn zusje
me kneep als ik haar had geplaagd
of waar mijn moeder me net
wat beter waste
wij slapen in hetzelfde bed
maar het jouwe is korter
en het mijne klinkt meer
als het mekkeren van een geit
je vader en moeder
je opa’s en oma’s
ze heten anders
ze hebben je nooit zo vastgehouden
een kus gegeven
of je gezicht gewassen
met een ruw washandje
wij leven in dezelfde wereld
ik hou je vast
geef je een kus
voor die dingen gebruik je nu
dezelfde namen
je bed en kussen
worden ieder jaar
langer
© Tsead Bruinja